Ron en het verhaal van Kuusjke, onze Beschermheer

Ja, Kuusjke, dat is een verhaal apart. Heb je even?

bbf 2011 37awebZoals je misschien wel weet hebben mijn vrouw en ik, een kleine varkenshouderij. Niet echt groot, maar een beetje voor de hobby. Varkenshouderij Simons en Zeugen. Bij ons achter in de tuin, achterom. We hebben drie zeugen en één beer. Op een bepaald moment kwam er natuurlijk weer een worp. Ja, een worp, zo noemen ze dat als er kleine biggetjes geboren worden. Dat is na 115 dagen en dat kun je heel gemakkelijk onthouden: 3 maanden, 3 weken en 3 dagen. Een jong nest telt meestal tussen de 13 en 20 biggen. En toen kregen we er inderdaad zeventien. Altijd een prachtig moment als je getuige kunt zijn van hoe moeder natuur zoiets prachtig  tot leven laat komen.

Bij dat nestje was er één biggetje dat niet zuigen wilde. Die wilde maar niet drinken bij de zeug. Ik zeg nog tegen Nicolle, mijn vrouw: “Nicolle, verdomme, det geit neet good. Es dae neet geit zoege, dan geit er os kapot!” Ik kon het niet over mijn hart krijgen om dat jong biggetje langzaam dood te laten gaan. Hij keek ook zo lief, tja, dan thuis-2ben je verkocht, dat hoef ik jou niet te vertellen. Ik heb toen besloten dat biggetje apart te nemen, bij ons in de woonkamer, en met de fles groot te trekken. Half liter flesje. Houd zelf ook wel van halve liters, ha ha, maar dat terzijde. Nou, met dat flesje ging best goed, want al snel was ie weer levendig en begon ie ook te “kweeke”. Daar komt ook die uitdrukking vandaag: “Dae kwaekt wie ei mager verke”. We hebben ‘m toen Kuusjke genoemd, eigenlijk zonder er verder over na te denken, ja God, hoe noem je nou een varken?  Die naam is sindsdien altijd zo gebleven. Kuusjke.

varken-bij-poelNou, dat ging zo een paar dagen goed, maar in het eerstvolgende weekend, op zondag, hadden wij met de Boereblaoskapel een optreden in Drenthe. En we moesten dus met de bus al vroeg vertrekken. Nicolle zou ook meegaan, dus ja, wat moesten wij Kuusjke doen? Die kon niet alleen thuisblijven, want die moest om de zoveel tijd zijn flesje krijgen. Melk opwarmen in de magnetron, in de fles doen, Kuusjke op schoot nemen en dan langzaam laten drinken.  Tja, we hebben toen besloten om hem mee te nemen naar het land van Bartje. In zo’n grote draagtas van Albert Heijn, zo’n blauwe. Roze dekentje onderin en Kuusjke daar bovenop.  En ik had nog een kleine konijnenkooi, voor als we in Drenthe waren aangekomen. Nou, daar gingen de gekken, met een jong varken naar Drenthe. OLYMPUS DIGITAL CAMERAIk zie het nog zo voor me.  De andere jongens van de kapel natuurlijk lachen. In bus ging die ‘taesj’ van voren naar achteren, en iedereen maar bezig met Kuusjke. Inmiddels was ie al behoorlijk gewend aan mensen, hij vond het wel gezellig.  Nou, we hebben toen opgetreden in Drenthe en Kuusjke lag toen in die konijnenkooi  op het podium, vooraan, naast de kapelmeester. En de mensen natuurlijk kijken en lachen. We hadden het zelf niet in de gaten, maar op dat moment is Kuusjke eigenlijk onze mascotte geworden en staat ie ook altijd op onze groepsfoto’s erbij.  We noemen hem zelfs onze beschermheer. Beschermheer Kuusjke, van Genhout tot Merkelbeek, haha.

Inmiddels is Kuusjke natuurlijk een flinke jongen geworden, zo’n 95 kilo. Nicolle en ik hebben besloten om hem te houden, er is toch een bepaalde emotionele band ontstaan. Hij is nu te groot om mee te nemen naar de optredens, maar blaaskapellenmuziek vind ie prachtig. Dan zet ik in de stal het CD-tje op van De Boeren. Dat gaat zijn kop omhoog en begint ie te kwispelen met zijn staart.

En dat is het verhaal van Kuusjke, de beschermheer van De Limburgse Boereblaoskapel.